NFT’s en de Metaverse zijn volop in het nieuws. Grote vraag is: moeten merkhouders nu massaal al hun merken opnieuw gaan vastleggen voor deze producten en diensten?
De digitale kunstenaar Mason Rothschild heeft 100 NFT’s gemaakt (en verkocht via ) van virtuele Birkin tassen. Hermes heeft geen toestemming hiervoor gegeven en stelt dat dit een inbreuk is op haar bekende merk en eist een verbod. De kunstenaar weigert dit, omdat het in zijn ogen gaat om kunst.
De zaak loopt nog, maar in eerste instantie krijgt Hermes gelijk van de jury in New York. Mede door de uitingen van de kunstenaar op social media. Daaruit blijkt dat het de maker vooral te doen was om een commercieel succes. Bij bekende merken breidt de bescherming zich ook uit tot niet-soortgelijke waren, zoals NFT’s. Er is hier duidelijk een link met het echte product en gebruik als NFT leidt tot verwatering. Conclusie: merkinbreuk en een eerste schadevergoeding van 133.000 USD.
In Europa speelde een rechtszaak rond NFT’s van Christian Vieri in het bekende zwart-witte JUVENTUS shirt (digitale kaarten met zijn afbeelding erop). De makers hadden hierover een deal met Christian, maar niet met Juventus. Juventus stelt inbreuk op haar bekende merk JUVENTUS. Dit merk wordt ook gebruikt voor een breed scala aan merchandise artikelen, waaronder digitale spelletjes. Het merk is daarom ook ooit aangevraagd in klasse 9 voor digitale te downloaden publicaties. De waren zijn dan soortgelijk. Het publiek kan verward raken en denken dat Juventus betrokken is bij deze uitgiftes van NFT’s. In beide zaken speelde in de beoordeling mee dat het hier om een bekend merk gaat.
Daarom is het verstandig om bij nieuwe merkaanvragen voor consumentenproducten de bescherming direct uit te breiden naar NFT’s en de Metaverse. Niet ieder bedrijf kan namelijk vertrouwen op de brede bescherming van een bekend merk. (bron beeld: Instagram Mason Rothschild/ Binance.com)