Parodieën op bekende merken duiken regelmatig op, en dat leidt vaak tot ambras. De verdediging? Meestal een beroep op de vrijheid van meningsuiting of het argument dat het om een toegelaten parodie gaat. In Europa kennen we echter nog geen “parodie-exceptie” in het merkenrecht. En eerlijk? Het draait vaak gewoon om keihard commercieel voordeel op kap van een bekend merk.
Starbucks heeft haar naam én het iconische zeemeerminlogo beschermd voor een breed scala aan producten. Maar stel je voor: een busje in New York verkoopt marihuana onder de naam “StarBuds Flowers” en gebruikt een logo met een zeemeermin die een joint vasthoudt. Uiteraard volgt er een rechtszaak.
De gelijkenis tussen STARBUCKS en STARBUDS springt in het oog, en met dat logo erbij is het duidelijk dat ze meeliften op de reputatie van Starbucks. Een zeemeermin met een joint associëren met de koffieketen? Dat zal Starbucks niet smaken. Ook al verkopen ze verschillende producten, de kans is groot dat de rechter een verbod uitspreekt. Het toont hoe krachtig een goed beschermd logo kan zijn.