Merken geven je een monopolie op het gebruik van een naam voor specifieke producten en diensten, maar dat betekent ook dat er maar één iemand die naam kan gebruiken in relatie tot die producten of die specifieke diensten. Dat kan misbruikt worden, maar ook dat heeft z’n limieten.
NIELSON is een bekende singer-songwriter in Nederland, die in 2012 doorbrak en sindsdien geregeld hits scoort. Wanneer hij zijn artiestennaam als merk wil registreren voor zijn activiteiten als muzikant en componist, ontdekt hij dat er in 2013 al een ouder merk geregistreerd staat. Dat merk is aangevraagd voor de diensten van een communicatiebureau, maar ook voor een singer-songwriter en DJ. De aanvrager gebruikt echter de naam Mister Nielson voor zijn eigen activiteiten. Het “Mister”-gedeelte is hier belangrijk, net zoals bij artiesten als Miss Montreal of Lady Gaga, waarbij de volledige naam telt.
Nielson heeft geen probleem met het gebruik van de naam NIELSON voor een marketingbureau, maar de claim op de diensten van muzikant vindt hij onterecht. De zaak belandt uiteindelijk voor het Hof, waar Nielson gelijk krijgt. Hij was immers al bekend als artiest en gebruikte de naam NIELSON al lange tijd. De aanvrager gebruikte zelf niet de naam NIELSON, maar Mister Nielson, en had het merk geregistreerd voor diensten waarvoor hij het niet effectief gebruikte. Het Hof oordeelt dan ook dat de merkregistratie te kwader trouw was voor de muzikantendiensten en schrapt die registratie.
Zo behoudt Nielson zijn recht op zijn naam als muzikant en songwriter.